In de loop van de afgelopen jaren zijn er uitvoeringsverschillen ontstaan tussen de verschillende zorgkantoren. Dit als gevolg van interpretatie van de wet en uitspraken van ZiNL. De zorgkantoren hebben daarom samen afgesproken om op dezelfde manier om te gaan met de vergoeding van spraakvervangende hulpmiddelen.
De landelijk lijn spraakvervangende hulpmiddelen
De landelijke lijn per 2022 is dat spraakvervangende hulpmiddelen behoren tot het instellingsbudget en niet behoren tot de persoonsgebonden hulpmiddelen. Spraakvervangende hulpmiddelen worden daarom bekostigd uit het eigen budget van de instellingen.
Echter:
- Zorgkantoren zijn het erover eens dat, bij een onderbouwde aanvraag op de noodzaak voor het gebruik van een communicatiehulpmiddel door een WLZ cliënt (die behandeling en verblijf verzilverd in een Wlz instelling), uit coulance een deel van de kosten bovenbudgettair willen gaan vergoeden.
- Zorgkantoren zijn het erover eens dat gezien de hoogte van de kosten van een communicatiehulpmiddel, de instelling voor de volledige bekostiging ervan onvoldoende middelen beschikbaar heeft vanuit de gemiddelde ZZP bekostiging.
- Zorgkantoren willen de instelling in voorkomende gevallen een redelijke bijdrage in de kosten bieden, zijnde coulance halve 50% van het offerte bedrag, tot een maximum van €5000 dat betrekking heeft op de aanschaf van een hulpmiddel voor primaire communicatie. Het gaat om een eenmalige vergoeding per 5 jaar. Om in aanmerking te komen moet er in principe gebruik gemaakt worden van gecontracteerde partijen.
- Instelling is eigenaar van het hulpmiddel.
- Aanpassingen en reparaties zijn voor kosten van de zorginstelling.
Deze regelgeving is anders dan voorheen, dit kan ingrijpende gevolgen hebben voor het gebruik van hulpmiddelen binnen instellingen. Wij kunnen jullie ondersteunen en ontzorgen bij de aanvraag van de hulpmiddelen en het uitvoeren van de nieuwe regeling.